Vanmiddag heb ik de totaal en volledig opgeknapte monumentale ophaalbrug over de oude rijn heropend. Was enkel een kwestie van wat spierkracht. En had hulp van twee kinderen van een jaar of 6, dus ging uitstekend. We brachten het wegdek naar beneden en vervolgens konden klasgenoten van mijn helpers de hekwerken die de brug bij geopende stand afsluiten, wegduwen. Even werd de brug een speelplaats. Al na enkele minuten wurmde zich een kleine rode auto langs alle belangstellenden heen. Geopend is geopend, nietwaar?
Van jong naar oud. Woensdag was ik in de monumentale Lutherse kerk waar de wijkraadpleging Binnenstad werd gepresenteerd en besproken. Uitkomst was dat we het als gemeente niet slecht doen met het beheer van de openbare ruimte. Enkele bezoekers van de bijeenkomst dachten hier echter anders over en meldden dat op basis van eigen observaties en ervaringen. Na een half uur zat ik met een hele waslijst en of ik maar even wilde reageren. Niets leukers dan dat, maar mijn ervaring is dat het kwijt kunnen van je verhaal bij de verantwoordelijke al de halve oplossing is. Niet voor iedereen. Was het maar waar. Dus ik hield mijn reactie wat abstracter en kon achteraf nog enkele vragen meer in detail beantwoorden. Ik vond het wel heel goed te zien hoe betrokken iedereen was bij het beheer van de openbare ruimte. Was de zaal leeg gebleven, was ik me echt zorgen gaan maken.
Category: Participatie
Participatie
Deze week waren ruim honderd medewerkers van de gemeente verzameld in de oude vergaderzaal van de provinciale staten. De reden van de samenkomst was Participatie van bewoners bij gemeentelijk beleid. Sinds de jaren negentig maakt Utrecht serieus werk van participatie, zij het met wisselende urgentie en bijbehorende budgetten. Voor deze collegeperiode is participatie weer hoog op de bok gezet wat heeft geresulteerd in hernieuwd enthousiasme, nieuwe vergezichten en doelen op papier en nieuwe instrumenten en werkwijzen. Winst is dat in tegenstelling tot voorheen de wens tot participatie echt vanuit de organisatie komt. Niet langer is het een opgelegd ‘moeten’ maar eerder een gewenst ‘willen’. Een gideonsbende van medewerkers heeft bijvoorbeeld het voortouw genomen om door alle diensten heen collega’s te helpen bij het organiseren van bewoners/ondernemers/etc-participatie. Bij StadsOntwikkeling verankeren we participatie in de werkprocessen zodat vanaf het eerste idee af de medewerkers om zich heen gaan kijken over de erfscheiding van de eigen dienst heen.
Merkbare resultaten voor medewerkers en bewoners is uiteraard het doel: bewoners die zich gehoord weten en waardering hebben voor het proces, ideeën die serieus zijn gewogen en besproken, reflectie op opvattingen van medewerkers die stand hebben gehouden in het debat, durf om eigen meningen in te ruilen voor andere. Het resultaat zal, vermoed ik, nooit zijn dat er geen kritiek resteert na de planvorming. Als het plan zelf met meer mensen en in een meer constructieve sfeer is gemaakt is dat volgens mij al grote winst.
Uitleggen
Beleid moet je uitleggen. Dat is een veel voorkomende opvatting bij bestuurders. Mijn hoop daarbij is dat het een misvatting is: goed beleid behoeft hooguit een toelichting. Goed beleid verkoopt zichzelf. Vast niet bij iedereen, maar bij een betekenisvolle meerderheid. Alleen is het vaak zo moeilijk erachter te komen of die meerderheid het inderdaad ook steunt, dat beleid. Vaak is er namelijk sprake van een zwijgende meerderheid. Voor mij is het moeilijk te oordelen of een krantenbericht of een boze brief de mening van een eenling of van een meerderheid vertolkt. Om uit dat dilemma te geraken of te blijven is het belangrijk veel en vaak met bewoners contact te hebben. En een goed bestuurder weet dan in te schatten hoe het beleid zal vallen. Ik zou willen dat het zo eenvoudig was.
Hoe dan ook, ik heb deuken en glanssplekken gescoord. Zo leer je het denk ik ook, met vallen en opstaan. Beleid dat vooral uitkomst is van compromissen kent een hoog uitleg-gehalte. En Uitleg is getrouwd met Onbegrip. Dan roepen dat iedereen zo veel klaagt, zoals Balkenende deze week deed, komt niet echt aan. Meer onbegrip is eerder het resultaat, meer uitleg is nodig.
Hoograven
Hoograven was in het nieuws. Door mindere berichten over jongeren die politieagenten agressief bejegenen, rellen en auto’s die in brand gingen. Over al die mindere berichten was er gisteravond een bijeenkomst. Met mij als wijkwethouder en de burgemeester, en met tal van andere betrokkenen. Hoofdmoot waren de bewoners die in honderdtallen er waren. Bezorgd over wat er gebeurd was. Voor de één bevestigde het de neerwaartse lijn, voor de ander waren het incidenten in een rustige buurt waar het goed wonen is. Er was een divers publiek en alle kanten werden zo goed belicht. Daardoor werd het een goede avond waarin ik me een beeld kon vormen van de sfeer (de temperatuur, heet dat in dergelijke gevallen ook wel) en suggesties werden gedaan voor verbetering. De enorme opkomst en de toon van de avond gaf mij aan dat het met die sfeer goed is; men is bereid voor de eigen wijk op te komen en ook bereid elkaar daarvoor te ontmoeten en te spreken. Dat is al heel belangrijk. Een bijdrage van een bewoonster in de staart van de avond over het Hamerplantsoen bevestigde de kracht die bewoners gezamenlijk kunnen ontwikkelen. Daar is een rottig stukje wijk omgetoverd tot een aangename plek. Was een mooi perspectief om de avond mee te beëindigen.
Bouwen en bewoners
Woensdagavond ging het over bouwen en bewoners. De wijkraad West had via interviews onderzocht of dat wel goed gaat, bouwen in de stad en inspraak voor bewoners. De conclusie was dat het niet goed ging. Het werd gelukkig geen sombere avond. Doel was na te gaan op welke manieren bewoners beter hun inbreng konden leveren bij de plannenmakerij voor nieuwbouw.
Meer bewoners bereiken en een rol geven in het maken van plannen is een prominent doel van het College van B&W. Toen de gemeente in de jaren tachtig en negentig zich hier mee bezig begon te houden was de mondigheid van de burger al ver gevorderd. De start vond dus plaats vanuit een achterstand. Toen is vooral gekeken naar procedures en instrumenten. In de stadsvernieuwing ontstonden nieuwe vormen van samenwerking en we kregen informatieavonden en consultatieavonden naast de wettelijke inspraakavonden. De snelheid van de gemeentelijke ontwikkeling is onvoldoende geweest om de achterstand in te lopen. Zo bleek ook weer afgelopen woensdag. We zijn beter geworden als gemeente maar nog niet goed genoeg. Lastig is dat resultaten het beeld op het proces snel vertroebelen. De kwaliteit van het proces af meten naar of een van de betrokken partijen gelijk heeft gekregen is niet de juiste toets. Het gaat om gehoord zijn, tijdige communicatie en goed beargumenteerde oordeelsvorming. Nog beter worden in de samenwerking met bewoners bij bouwplannen betekent niet meer instrumenten maar doet een beroep op de attitude van ambtelijke medewerkers. En van bewoners vraagt het om bij beoordeling proces te kunnen scheiden van resultaat. De avond met wijkraad West en vele andere bewoners uit de stad was een goede bijdrage aan deze stap.
Passiebrigade
Bewoners betrekken bij stad en bestuur is een dagelijkse opgave. Een opgave die helaas niet met de eenvoud van 1 + 1 is op te lossen. In de voorbije decennia is binnen de gemeente veel ervaring en kennis opgebouwd. Maar toch, de stap zetten naar samenwerking met bewoners en participatie of het uitvinden wat de beste manier is, dat blijft lastig. Ik kan als wethouder zo veel willen, het zijn de medewerkers die het moeten kunnen en doen. Met een klein maar representatief deel van hen is er gisteren de hele dag gewerkt aan participatie in Utrecht. Ik kon de staart van de bijeenkomst meemaken en die zinderde al van het enthousiasme en energie. Dat is bemoedigend en leuk om te ervaren. Er werd verwezen naar de Gideonsbende (klein tegen groot en verovering door verrassing en verwarring) dus mag het geen verbazing wekken dat men elkaar vooral vond in het idee een passiebrigade te vormen die door netwerken en kennisuitwisseling direct gekoppeld aan uitvoeringsvragen participatie meer vorm en omvang gaat geven. De sessie eindigde met de vraag wat men aan wie de volgende dag als eerste zou vertellen over de bijeenkomst. Ik nam me voor mijn weblog als spreekbuis te gebruiken. Dat is bij deze gebeurd.