Deze week waren ruim honderd medewerkers van de gemeente verzameld in de oude vergaderzaal van de provinciale staten. De reden van de samenkomst was Participatie van bewoners bij gemeentelijk beleid. Sinds de jaren negentig maakt Utrecht serieus werk van participatie, zij het met wisselende urgentie en bijbehorende budgetten. Voor deze collegeperiode is participatie weer hoog op de bok gezet wat heeft geresulteerd in hernieuwd enthousiasme, nieuwe vergezichten en doelen op papier en nieuwe instrumenten en werkwijzen. Winst is dat in tegenstelling tot voorheen de wens tot participatie echt vanuit de organisatie komt. Niet langer is het een opgelegd ‘moeten’ maar eerder een gewenst ‘willen’. Een gideonsbende van medewerkers heeft bijvoorbeeld het voortouw genomen om door alle diensten heen collega’s te helpen bij het organiseren van bewoners/ondernemers/etc-participatie. Bij StadsOntwikkeling verankeren we participatie in de werkprocessen zodat vanaf het eerste idee af de medewerkers om zich heen gaan kijken over de erfscheiding van de eigen dienst heen.
Merkbare resultaten voor medewerkers en bewoners is uiteraard het doel: bewoners die zich gehoord weten en waardering hebben voor het proces, ideeën die serieus zijn gewogen en besproken, reflectie op opvattingen van medewerkers die stand hebben gehouden in het debat, durf om eigen meningen in te ruilen voor andere. Het resultaat zal, vermoed ik, nooit zijn dat er geen kritiek resteert na de planvorming. Als het plan zelf met meer mensen en in een meer constructieve sfeer is gemaakt is dat volgens mij al grote winst.