De overheid is er van afgestapt dat zij alles voor u regelen. Die tendens manifesteert zich al sinds de jaren tachtig. Aanvankelijk zocht de overheid haar nieuwe houding vooral door uitbesteding en het naar binnen halen van marktwerking. Dat leverde in de jaren negentig en nul een hoop ellende op. Het bleek dat marktwerking voor overheidstaken alleen onder bepaalde voorwaarden en bij bepaalde diensten werkt. Sinds een kleine tien jaar is daarom de koers verlegd. De overheid wil wel verantwoordelijk blijven maar spreekt burgers en hun omgeving direct aan. Waar eerst het zogenaamde middenveld, al dan niet (semi-)geprivatiseerd, de oplossingen moest verzorgen, passeert men nu deze tussenlaag. Dat scheelt een hoop regels en bureaucratie, maar, zoals bekend, is geen enkele oplossing perfect. Deze dus ook niet.
In het middenveld werken tal van professionals die zijn opgeleid om hun kennis en motivatie in dienst van burgers te stellen. Daarin werden en worden zij vaak gehinderd door marktwerking, bureaucratie, overbodige regelgeving en registratiedruk. Veel hiervan is vaak enkel gebaseerd op wantrouwen. Politici erkennen dit maar gaan halfslachtig om met het bieden van oplossingen. Afhankelijk ook van politieke kleur bepleit de een betere uitvoering van de marktwerking en legt de ander juist nadruk op minder regels of meer budget. Wie luistert naar geluiden uit de Zorg wordt niet optimistisch over wat ons dit tot nu toe heeft gebracht.
De nieuwste insteek is de eigen kracht van burgers centraal te stellen. De gedachte erachter is uitermate logisch: kijk eerst om je heen wie jou met je vraag of probleem kan helpen. Dit principe wordt steeds breder getrokken. Waar het ruim tien jaar geleden begon met vormen van zelfbeheer in het publieke domein door bewoners strekt het zich nu uit tot diep in de persoonlijke levenssfeer. Voor het opknappen van de speeltuin is ‘actief burgerschap’ in veel gemeenten gemeengoed aan het worden. Die emancipatie moet zich ook gaan voltrekken bij verslavingsproblemen, behoeften aan dagactiviteiten en problemen met sociaal isolement. Kans van slagen? Voor een deel van de groep burgers vast, maar al met al is een lange adem gevraagd.
De vraag is of deze nieuwe houding van de overheid de professionals weer de ruimte waarin hun kennis en kunde zo effectief mogelijk wordt benut. Die uitkomst hangt natuurlijk af van het samenspel tussen de professionals, bewoners en de maatschappelijke organisaties. Maar het hangt evenzeer af van de overheid. Want een houding aannemen in beleid is nog iets anders dan er ook naar handelen. Dat leren de ervaringen met de beleidsparticipatie door burgers en het actief burgerschap. samenwerken klinkt mooi maar als dit daadwerkelijk het afstaan van invloed betekent bleken veel overheden vak terug te schrikken. En was de uitkomst halfwassen, tot teleurstelling van alle betrokkenen. Het is een beetje zoals het verhaal over de Arbo-medewerkers bij de Rijksoverheid: zij waren er om de arbeidsomstandigheden te verbeteren dus dat was wat ze deden: regel na regel na regel… Dus kan de overheid ook echt afstand houden? Lukt het om te faciliteren in plaats van de organiseren en te corrigeren? Die gemeenten die zich tot regiegemeente omvormen hebben vermoedelijk weinig keus. In gemeenten waar dit model minder strikt wordt ingevoerd is het zaak en goede modus van samenwerking te vinden.
Want, en dit is een tweede kanttekening, net als bij de oudere vorm van beleidsparticipatie door burgers, duurt het een tijd voordat er eensluidende opvattingen en percepties zijn over taal, analyse en proces. En nog is dit bij veel overheden een ‘ride in the wilderniss’. Met sociale participatie staan we nog maar aan het begin. En net zoals bij de burgerparticipatie waar veel bewoners niet in staat zijn om in de gekozen werkwijze hun ding te doen, zo is het niet denkbeeldig dat groepen kwetsbare burgers onvoldoende kansen krijgen in de nu gekozen benadering van sociale participatie. Dat te signaleren en tijdig op in grijpen is en blijft de verantwoordelijkheid van de overheid.
Actieve burgers, dat is waar de samenleving uiteindelijk het meeste baat bij heeft en waar de overheid ook naar streeft. De slechtste uitkomst van de ingezette koers is verwarring. Verwarring bij de werkvloer wat men nu wel en niet mag doen. Of hulp nog ook echt een uitgestoken hand mag zijn of dat het enkel een wijsvinger is. Juist met de ervaring van die andere vorm van participatie in het achterhoofd zijn veel fouten te voorkomen en meer uitwisseling in kennis en ervaringen is daarom zeker belangrijk.