Oud-burgemeester Annie van Brouwer van Utrecht plachtte altijd te zeggen als iemand het over crisis had: wat is de crisis dan precies, wat gebeurt er nu niet meer wat wel moet gebeuren? Een mooie nuchtere houding. En waardevol ook om er de troebelen bij GroenLinks mee te benaderen.
Daarmee wil ik de crisis niet ontkennen, maar wel de ernst ervan relativeren. Sinds haar oprichting heeft GroenLinks een redelijk stabiel leiderschap gekend. Er was in de negentiger jaren en vreemdsoortig experiment met een duo-lijsttrekkerschap, en partijleiders hebben wel eens uitglijders gemaakt, maar stabiel kon je de partij op dit punt zeker noemen. Die garantie is sinds enkele maanden weg. En dat is, ook bij kiezers, niet onopgemerkt gebleven. Het verzwakte de partij extra in het gevecht om de kiezersgunst met een stabiel ogend en sterk opererend PvdA.
Maar dan. Zes zetels kwijt. Dat is een catch 22: je kunt het niet één iemand verwijten maar persoonlijke gevolgtrekkingen passen er wel bij. Daar redde de partij, in een goede Nederlandse partijpolitieke gewoonte, zich uit door een commissie te installeren. Deze stap ging echter voorbij aan een ander probleem wat blijkbaar wel eerder was onderkend maar niet echt opgelost: het interne leiderschap van Jolande Sap. Ik ken de details niet dus erover oordelen is niet mogelijk. Wel heb ik mogen zien dat er barsten in de eenheid van de fractie kwamen die niet tijdig met lijm en glazuur door Sap zijn gedicht. Die ontstane kwetsbaarheid werd voor een moment onder de 85% score van de lijsttrekkersverkiezing bedolven. De externe leider werd op het schild gehesen, de interne leider bleef belast door stevige kritiek.
Op 12 september kreeg Sap de pin op de neus wat betreft het externe leiderschap. Zij kon niet op een sterke interne positie terugvallen. Die conclusie had op die akelige ‘day after’ al getrokken moeten worden. Het is terecht dat het partijbestuur zich het aantrekt hier te omzichtig in te hebben gehandeld.
Is GroenLinks nu in zo een crisis dat de idealen niet meer nagestreefd kunnen worden, dat alle volksvertegenwoordigers en bestuurders en parlementsleden wezenloos voor zich uit staren? Nee, natuurlijk niet. Maar dat is een constatering die intern van waarde is. De kiezer wil een groene partij die krachtig opkomt voor groene en sociale belangen. Ik denk dat er in de fractie en op de kandidatenlijst voldoende kwaliteit is om dat waar te maken. Het moet alleen wel gaan gebeuren met de voor GroenLinks herkenbare scherpte, consistentie en volhardendheid. Leidend zal de strategie van de Tweede Kamerfractie zijn die straks de oppositie vorm geeft als kabinet VVD-PvdA aantreedt.
Resteren natuurlijk de persoonlijke drama’s. Jolande Sap had met meer coaching van begin af aan wellicht een betere strategie gekozen voor haar leiderschap, intern en extern. Ik weet hoe lastig het is om een groep van eigenzinnige fractieleden mee te krijgen in een onderwerp dat de gelederen splijt. Gebrek aan ervaring en status kan je dan snel opbreken. Ik vond Jolande Sap zeker in de eerste maanden heel sterk in haar publieke optreden. Tegelijk had ik er wel het gevoel bij dat ze als koploper misschien niet vaak genoeg over haar schouder keek om te zien of iedereen nog volgde. Dat gevoel kwam terug bij het lente-akkoord.
Ook voor de partijvoorzitter Heleen Weening is dit zuur. De droomstart is die van een gespreid bed, maar zij ervoer onmiddellijk dat her en der de veren door de matras omhoog prikten en de dekens niet goed ingestopt waren. Dat wetende was het handiger geweest als haar voorganger, Henk Nijhof, als ervaren en gewaardeerde voorzitter wat langer was gebleven tot na 12 september.
In die zin is de parallel in deze twee leiderschapswisselingen een onderwerp voor de commissie van Es: beide leiders werden kort na hun start geconfronteerd met een uitermate complexe situatie. Waren ze daar beter op voor te bereiden? Waar heeft de partij steken laten vallen?
De crisis van GroenLinks is een crisis van de leiding. Dat is heftig maar niemand is overvangbaar. De crisis van GroenLinks is niet een crisis met de inhoud. Het verkiezingsprogramma was en is een ijzersterk verhaal. Een startblok waarvanaf de nieuwe leidende figuren weer vaart en kracht kunnen geven aan de idealen die de partij nastreeft.