Gerommel met de Raad

In de marge van de verkiezingen wordt er strijd gevoerd over verkleining van het aantal gemeenteraadsleden. Het kabinet Rutte wilde de raden met een kwart verkleinen. Dit is echter niet in een wetsvoorstel beland. De PvdA wil de raden met 10% verkleinen. De redenatie is dat in 2003 de raden per saldo gegroeid zijn toen wethouders niet langer deel uitmaakten van de gemeenteraad. Dit kwam door de dualisering van de gemeentelijke verhoudingen. Je zou kunnen denken: beetje trage reactie van de PvdA. En er zijn partijen die menen dat er niks hoeft te wijzigen. Bij die laatsten voel ik me het meest thuis.

De grootKrimpers (VVD, PVV (CDA laat het in haar programma onvermeld)) willen ‘gewoon’ een kleinere overheid. Die, volgens VVD, vooral bezig moet zijn regels af te schaffen. Ik gniffel altijd als ik dat altijd van een bewezen bestuurderspartij lees. Doe voor de aardigheid Stemwijzer of Kieskompas en zie hoeveel regels en verboden er door alle partijen opgevoerd worden.
De kleinKrimpers (PvdA) voeren een soort statistisch steekspel op met als doel..ja, met wat als doel eigenlijk? In ieder geval geeft het een argument dat ook zij de overheid verkleinen. Wat voordelig is voor een partij die vaak snel ervan wordt beschuldigd de overheid te laten groeien.

De neeKrimpers, ik hoop meerdere partijen maar ik heb het niet nagezocht, halen er hun schouders over op. Ik kwam Arie Slob van de ChristenUnie online tegen die zei ‘Alleen stevige raden kunnen hun controlerende taak goed uitoefenen.’ En dat is maar al te waar. De gemeenteraad heet dan in de wet het hoogste bestuursorgaan van een gemeente te zijn, de facto is het vooral een toezichthouder die….
O, u meneer Elzinga..nee, natuurlijk, de gemeenteraad geeft ook richting en praat over waarover de mensen praten. Maar, vergis ik mij nu echt zo erg of is controle toch echt de motor in elke raad? U gaat vast over veel onderwerpen, maar bij één onderwerp, dualisering wellicht, komen er extra energiestroompjes bij u los. Nou, zo werkt dat bij een gemeenteraad ook. Nee, geeft niet, ik ga gewoon door hoor.

En toezicht houden is al maar belangrijker geworden: op bedrijven, op samenwerkingsverbanden, op organisaties die overheidstaken uitvoeren en ook op het handelen van overheden zelf. De ene wet is nog niet gedecentraliseerd of de volgende hangt in de carroussel al te wachten.
Zeker, ik weet ook dat toezicht geen kwestie is van meer en meer toezichthouders. Het gaat ook om de kwaliteit van hun werk. En de grootKrimpers en kleinKrimpers waren al beter bezig geweest als ze daar iets over gezegd hadden. Bijvoorbeeld: ‘We voegen een budget aan het gemeentefonds toe dat gelabeld is om de kwaliteit van de gemeenteraden te vergroten. Die kwaliteit is samenwerking en het vermogen tot onderzoek te versterken.’ En hoe, dat mocht elke gemeenteraad zelf invullen.
Ah, mevrouw Spies..pardon, minister Spies, dat bent u natuurlijk nog even. U heeft dat geld niet? Nou ja, dat verbaast me niet. Maar moeten we het debat niet voeren over wat we van raden vragen en verwachten? U was laatst wel erg gemakkelijk voor de krimp en dat het zonder negatieve gevolgen zou blijven. O, u heeft het druk? Lastig altijd he, in verkiezingstijd doet het debat er toe en dan hebben politici het juist te druk. Nee, u bent vooral minister, tuurlijk..ja, dag hoor, daaag.

Wat ik vrees als drijfveer bij de groot- en kleinKrimpers is symboolwerking. Politiek is soms symbolisch, dat kan heel terecht zijn, maar ik zou het niet met dit onderdeel van ons staatsbestel doen. Nog met enig ander onderdeel trouwens. Het heeft toch wat weg van een oproep minder drop te eten om het gebit gezond te houden en tegelijk tijdens een verkiezingscampagne met lollies te strooien. En die campagnes vinden steeds korter op elkaar plaats, weten we.. Het resultaat is een trage en gestage rotting in de bek van de democratie: er wordt minder gezegd wat wel echt gezegd moet worden en minder vaak gebeten waar verbetenheid op zijn plek is.

Dat is de hoofdlijn. De geliefde hoofdlijn waar Elzinga en Spies hun model van de ideale gemeenteraad graag op vastlijmen. Maar de charme en het karakter van en lokale vertegenwoordiging is nu juist het oog en oor voor details. Daarin schuilt ook de herkenbaarheid als vertegenwoordiger. Lokale partijen zijn niet voor niets al decennia zo populair. Krimp leidt tot oogkleppen en oordoppen bij de raden. Spies beargumenteert dat als je je beperkt tot de hoofdlijnen je met minder raadsleden toe kan. Ik denk dat het andersom ligt: haar krimp dwingt de raadsleden tot hoofdlijnen en belemmert hun rol als raadslid volwaardig uit te voeren.

Rommel niet met de Raden, het leidt alleen maar tot rommel.

Foute zones

liesbethspiesEen kabinet maakt altijd plannen. Dat is haar natuur. Demissionair of niet, zomerreces of hoogwater. Minister Spies liet gisteren via Trouw weten dat ze steden helpt in het aanpakken van huisjesmelkers. Zeker gegoten in deze terminologie een streven om toe te juichen. Mensen die over de zwakke en door hard werk gepijnigde rug van Oost-Europeanen hopen snel rijk te worden, zijn fout. En fouten moeten worden voorkomen. Dat gezegd hebbende meldt Trouw ook dat de minister  woninginvesteringszones bekijkt. Proef dit woord maar even. Woninginvesteringszones. Mijn associatie daarbij is dat het gebieden zijn in een stad die wel wat financiële steun kunnen gebruiken en waar private financiers fiscaal gunstig de portemonnee voor kunnen trekken. De woninginvesteringszonespecialist van het ministerie zou nu zeggen: nou, bijna goed! Het gaat inderdaad om wijken waar het onderhoud niet tiptop is. Alleen zijn het niet private financiers maar ‘welwillende bewoners en huiseigenaren die in deze zones buurtgenoten en huisjesmelkers dwingen om mee  te betalen aan het onderhouden van hun buurt.’ Goed plan of fout plan?

In Nederland is er een heldere scheiding tussen privaat en publiek eigendom. Dat geldt ook voor de openbare ruimte of semi-openbare ruimte. Ofwel: de ruimte zonder hek en de ruimte met een hek. De overheid heeft vanoudsher de zorg voor de publieke ruimte. De zorg voor de semi-publieke ruimte wordt vaak gedeeld met bewoners of eigenaren. Iedereen betaalt via belasting mee. En soms betalen we niet genoeg en bezuinigt een gemeente op de uitgaven. Als er dus sprake is van slecht onderhoud in het (semi-)publieke domein, is de overheid verantwoordelijk. Dit is theorie en praktijk.

Maar de praktijk is altijd weer iets meer complex. Want elke gemeente wemelt van strookjes grond, schuttingen met overgroeiend groen, verkeerd geplaatste hekken die zorgen voor onduidelijkheid: wat hoort bij wie? Dat kost een gemeente soms flink wat puzzelwerk, aanschrijven en zo voort, maar ze heeft de mogelijkheden privaat en publiek weer helder te scheiden.

En nu die woninginvesteringszones, waarvan ik op dit punt aangekomen hoop dat ik het woord nog maar één keer hoef te schrijven. Het plan van Spies (maar eigenlijk komt het uit Rotterdam) is het product van ambtelijke luiheid of onwetendheid. En bovendien gaat het verwarring zaaien over de taak en verantwoordelijkheid van de gemeente. Niet doen, dus. Daarbij betwijfel ik sterk of het uitvoerbaar is daar je welwillende bewoners een strijd laat voeren die de overheid als partner (de gemeente is er voor u) op zich zou moeten nemen. Het is tenslotte ook de verkeerde weg die hier gekozen wordt. Straf en dwang om sociale verbondenheid en burgerschap te kweken is een gegarandeerd recept tot mislukking. Als buurten te maken hebben met fout gedrag van buren of huisjesmelkers die zorgen voor een snel verloederende woningomgeving dan zijn er tal van meer sociale manieren om te proberen hier verandering in te brengen. Dan denk ik niet aan een wijkbijeenkomst, maar wel aan bijvoorbeeld een buurtwerker die als makelaar de wensen en mogelijkheden van betrokken bewoners gebruikt om ze samen te laten werken. Dat kan klein beginnen en uitgroeien tot iets groters.

Vroeger grepen linkse politici nogal snel naar subsidie als ze een situatie wilde veranderen. Rechtse politici grepen snel naar de boete. Dat tijdperk is voorbij, toch? Tegenwoordig zijn de doelgroep en hun mogelijkheden het vertrekpunt, dacht ik. En dat past ook mooi bij een overheid die zich kleiner wil maken en niet overal bovenover en onderdoor of dwarsdoorheen wil gaan. Ik hoop dat Spies haar woninginvesteringszones op een nog komende zonnige dag aan een stokje spietst en roostert.

P.S. Of interpreteer ik ‘buurt’ te ruim en hebben we het over woningonderhoud? En wil Spies dat bewoners hun achterbuurman gaan dwingen zijn kozijnen te verven? Daar heeft elke gemeente instrumenten voor om eigenaren aan te schrijven. En misschien moet hier plicht en middel beter worden, maar verder geldt hetzelfde: de overheid is hier verantwoordelijk.

P.S. 2 Na mijn vakantie maak ik een blog over nog zo een plan van het demissionaire kabinet: de vermindering van het aantal volksvertegenwoordigers. Of omgedraaid: de premisse dat u als burger meer te zegen zult hebben met minder mensen die u vertegenwoordigen. Hoofdbrekertje.